Wijnweetjes

Aroma’s

Wijn bevatten verschillende aroma’s. De primaire aroma’s (fruit, kruiden, specerijen, aardse tonen) zijn de kenmerken van de druif en secundaire aroma’s komen vrij bij de vergisting, denk aan tonen van gistdeeg, brood, boter, toast. Een wijn die heeft gerijpt al dan niet op hout of is blootgesteld aan zuurstof kan ook tertiaire aroma’s bevatten zoals amandel, hazelnoot, vanille, boter, karamel, etc.

Battonage

Het roeren van de gistcellen door de wijn in vaten voor meer aroma’s en smaken. Dit gebeurd bijvoorbeeld bij wijnen die op hun eigen gistcellen rijpen.

Blend en assemblage

Samenstelling van de wijn van wijnen uit meerdere jaargangen, wijnen van verschillende druivenrassen, maar ook van delen op verschillende manieren gerijpt, bijvoorbeeld een deel houtrijping.

Cépage

Frans voor druivenras. Waneer er over een mono-cépage wordt gesproken dan is dit een wijn dat bestaat uit sap van 1 druivensoort.

Etiket

Op het etiket zijn een aantal gegevens verplicht, zoals gegevens van de wijnmaker, bottelaar of verkoper, alcoholpercentage, informatie over de herkomst: land en eventuele beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding (AOP, IGP, vin de pays), inhoud van de fles, hoeveelheid sulfiet, de soort wijn.

Gegevens die niet verplicht zijn oogstjaar, druivenras, andere toevoegingen zoals reserva, grand vin, naam van de wijngaard, wijze van wijnmaken.

Klimaat

Het klimaat van de wijnregio is in sommige gevallen bepalend voor de soort druiven die er goed kunnen groeien zonder al te veel problemen. Het is voor een groot deel ook bepalend voor de smaak van de wijn in welk klimaat een druif is aangeplant. Druiven die geschikt zijn voor gebieden met een koel klimaat moeten bestand zijn tegen schimmel in verband met regenval en moeten in een korte periode kunnen rijpen in verband met weinig zonuren. Ze moeten ook bestand zijn tegen hagel en wind, door bijvoorbeeld een dikkere schil.

Voorbeelden van wijnregio’s met een koel klimaat zijn onder meer Nederland, Duitsland, Oostenrijk, het noorden van Frankrijk, maar ook bepaalde delen van Zuid-Afrika en Noord Amerika. Druiven die geschikt zijn voor een koel klimaat is pinot noir, sauvignon blanc, riesling en gamay.

Vroeg rijpende druivenrassen gedijen ook goed in een warm of gematigd klimaat. Ze worden gewoon wat eerder geoogst. Een goed voorbeeld is sauvignon blanc, deze druif wordt veel aangeplant in de Loire maar kan het ook goed doen in een wat warmer klimaat zoals Chili of Nieuw-Zeeland, de aroma’s van de wijn zijn dan wat meer uitgesproken. Hetzelfde geldt voor riesling uit Duitsland of de Elzas, deze heeft veel hogere zuren en minder suikers dan bijvoorbeeld een riesling uit Australië deze wijn is veel bloemiger.

Druivenrassen zoals cabernet sauvignon, tempranillo, grenache, verdejo en mourvèdre gedijen goed in een warm klimaat. Denk aan het Zuiden van Frankrijk en Italië, Spanje, Portugal, Chili, Argentinië en Californië.

Kurk

Met de term kurk wordt niet alleen de afsluiting van de fles bedoeld. Wijn kan ‘kurk’ hebben of verkurkt zijn, dan is de wijn aangetast door het stofje genaamd TCA, ook wel 2, 4, 6 -trichlooranisol. De wijn is dan muf en doet denken aan nat karton of muffe kelder, niet lekker.

Ook wijn met een schroefdop kan verkurkt zijn, het kan ook in houten vaten voorkomen.

Het is grotendeels te wijten aan het schoonmaken met chloorhoudende schoonmaakmiddelen, maar kan ook in de bast van de kurkboom zitten. Doordat er met andere soorten schoonmaakmiddelen wordt gewerkt is de kans op ‘kurk’ in de wijn stukken kleiner.

Natuurwijnen

Hoewel natuurwijnen altijd biologisch zijn gemaakt, zijn niet alle biologische wijnen natuurwijnen.

Bij het maken van natuurwijnen laat de wijnmaker de wijn zijn gang gaan zonder daar stoffen aan toe te voegen zoals gist, enzymen, gom en zo min mogelijk sulfiet. Er worden geen nieuwe houten vaten gebruikt en wordt niet gefilterd of geklaard. Dit kan een heel onvoorspelbare uitkomst hebben. Het beetje sulfiet dat soms wordt gebruikt is al veel minder dan bij biologische wijn is toegestaan en is natuurlijk bedoeld om het bederf tegen te gaan.

Nieuwe Wereld of oude Wereld

De wijnwereld is in te delen in oude Wereld: landen in Europa (EU), waar traditioneel wijn wordt verbouwd zoals Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië en de nieuwe Wereld: alle landen daarbuiten, zoals Chili, Noord en Zuid Amerika, Australië. Het zegt iets over de herkomst, stijl en smaak van de wijn.

Groot verschil is dat men in wijnlanden in de oude Wereld gebonden is aan regels en wetgeving van de EU omtrent wijnbouw. Het draait allemaal om de herkomst van de wijn en de specifieke smaak die hoort bij een bepaald terroir.

In een land als Australië draait het veel meer om de smaak van de wijn. Natuurlijk zijn er regels. Blenden van de wijn uit de gehele regio mag (dan moet de herkomst van dat totale gebied ook wel op het etiket staan) en er zijn niet veel regels over welke druif waar wordt aangeplant, er wordt gekeken naar de beste smaken. 

Pigéage en remontage

Tijdens het maken van rode wijn kunnen veel smaken uit de most worden gehaald. De druivenschillen en pitten vergisten meer en vormen een soort kap of hoed op het sap wat in de verhittingstank zit. Daar gaan ook een hoop gistcellen en aroma’s in zitten. Door middel van pigéage (wijn over de hoed heen pompen) en remontage (de hoed naar beneden duwen in het vat) kan er nog beter gebruik worden gemaakt van het inweken en fermenteren met deze massa.

Schroefdop of kurk

Een wijnfles kan op verschillende manieren worden afgesloten. Een kurk is de alleroudste methode maar er zijn meer manieren, denk aan glaskurk, synthetische kurk en schroefdop.

Er zitten overal voor- en nadelen aan, een kruk is enigszins luchtdoorlatend, maar kan de wijn besmetten met de bacterie TCA en kan bovendien uitdrogen en uit elkaar vallen. De schroefdop is een goed alternatief en is steeds beter ontwikkeld, er zijn schroefdoppen die luchtdoorlatend zijn. Het zegt niets over de kwaliteit van de wijn, al zijn er in Frankrijk nog steeds overwegend meer flessen met een kurk te koop.

Tannine

Tannine komt uit de schillen, pitten en takjes van de druiven maar ook uit nieuwe houten vaten, het is in rode wijn aanwezig omdat de schillen en pitten meegisten. Tannine is geen smaak, maar kan wel bepalend zijn voor de textuur van de wijn. Je merkt het wanneer een wijn een drogend en strak mondgevoel geven. Tannines worden zachter als de wijn wat ouder wordt. Wijnen uit het zonnige zuiden hebben over het algemeen wat zachtere tannines dan een wijn uit de Bordeaux.

Terroir

Het samenspel van het druivenras, het klimaat, de bodem, de ligging wijngaard en het wijnmaken vormt het terroir. Het terroir bepaald het geheel van de smaak, de stijl en de kwaliteit van de wijn.

Vintage

Wijn gemaakt van druiven uit 1 oogstjaar. In het Frans wordt dit ook wel millésime genoemd.

Het jaartal wordt op de fles vermeld. Indien er geen jaartal is en de wijn uit een blend uit meerdere oogstjaren bestaat wordt er geen jaartal op de fles genoemd. Bij Champagne wordt dit wel eens aangeduid als BSA: brut sans année.

Vinificatie

Het wijn maken, het gehele proces van wijn bereiden wordt omschreven als vinificatie.

Vitis Vinifera

De moeder van alle druiven, is de Europese plantensoort Vitis Vinifera. Alleen van de wijndruiven van deze plant mag wijn worden gemaakt. De verschillende druiven die de plant voortbrengt zoals riesling, cabernet sauvignon, chardonnay zijn druivenrassen. De Europese druivenstokken worden op Amerikaanse druivenstokken worden geënt, ter voorkoming van aantasting van druifluis, de Amerikaanse druivenstok resistent voor de vernietigende druifluis.

Wijn wet- en regelgeving met betrekking tot herkomst

De kwaliteit van wijn uit de EU wordt steeds meer gereguleerd door de EU wijnwet. Elk land heeft kwaliteitsstandaarden en classificaties, deze zijn naar de Europese standaarden gelijk getrokken.

In de EU zijn er 3 kwaliteitscategorieën waarvan 1 zonder en 2 met herkomstaanduiding, in het Nederlands zijn dat:

  • BOB staat voor beschermde oorsprongsbenaming
  • BGA staat voor beschermde gebiedsaanduiding
  • Categorie zonder herkomstaanduiding

De overeenkomende aanduidingen in Frankrijk zijn:

  • AOP staat voor appellation d’Origine Protégée = BOB
  • IGP staat voor Indication Géographique Protégée = BGA
  • Vin de France = categorie zonder herkomstaanduiding

AOP was voorheen AOC, echter AOC wordt nog steeds gebruikt.

Verder kunnen er nog regionale classificaties voorkomen zoals Premier Grand Cru Classé.

IGP was voorheen Vin de Pays.

Wijn uit meerdere regio’s, zonder herkomstbenaming heet in Frankrijk Vin de France.

AOP

Deze kwaliteitsaanduiding geeft regels over onder meer de gebruikte druivenrassen, snoeien van de druivenstokken, maximale opbrengst per gebied, dat de gebruikte druiven voor de wijn ook uit dat gebied komen en plekken waar deze verbouwd mogen worden.

IGP

Onder deze categorie is bepaald uit welk gebied de wijn komt, maar er is meer vrijheid met betrekking tot de gebruikte druiven dan een AOP. IGP Pays d’Oc uit de Languedoc-Roussillon streek neemt een aparte plek in binnen IGP, dit is een merk door de EU erkend en staat voor een gecertificeerd kwaliteitslabel.

Druifluis

Phylloxera luis, ook wel druifluis genoemd, leeft in de grond en eet de wortels van de wijnstokken en de bladeren van de plant op, met als gevolg dat de wijnstok afsterft. De Europese druivenplant, de vitis vinifera, is er gevoelig voor. In de 19de eeuw zijn hele wijngaarden binnen en buiten Europa vernietigd door de druifluis. In sommige landen is de grond zo arm en zanderig dat de druifluis daar niet kan overleven. Amerikaanse wijnstokken zijn resistent voor de druifluis. De Europese wijnstokken worden daarom ge-ent op Amerikaanse wijnstokken zodat de plant niet kan worden aangetast. De druifluis duikt nog steeds op in bepaalde delen van de Wereld.

Er zijn nog wel wat wijngaarden in Europa op oorspronkelijke Europese stokken te vinden die niet zijn aangetast door de druifluis.